Pioneer MJ-L11 - Manual (Página 38)

38
Sp/Du
Más funciones de grabación Meer opnamefuncties 6
Opciones de grabación
Aunque esta unidad puede automatizar en gran medida el
proceso de grabación, también puede controlar manualmente
varias opciones si lo prefiere. Para cualquier tipo de
grabación, incluyendo el modo de grabación sincronizada
descrito en la página 23, puede:
• activar o desactivar la numeración automática de pistas
• grabar en estéreo, mono o en uno de los modos de larga
duración
Cuando grabe desde el reproductor de CD interno, puede
especificar si esta unidad debería grabar desde la entrada
analógica o digital, además de configurar el nivel de
grabación digital. Las configuraciones anteriores
permanecerán según las modificaciones realizadas hasta que
no las vuelva a cambiar, incluso aunque cambie el sistema a
modo En espera.
Cómo numerar pistas
Si graba desde un CD o MD a través de la entrada digital, los
números de las pistas siempre se copian automáticamente
junto con el sonido. Al grabar otras fuentes digitales o
analógicas, se activa la función Auto Mark (numeración de
pistas) detectando los espacios (silencio) en el material de
origen. Aunque esta función normalmente funciona
adecuadamente y suele ser práctica, existirán ocasiones en las
que preferirá controlar completamente la localización de los
números de pista a medida que grabe.
Una vez que la grabación está en proceso (con la opción Auto
Mark activada o no), puede iniciar un nuevo número de pista
en cualquier momento pulsando
¶ (sólo panel frontal).
Consejo
Aunque los números de pistas que acaben en una grabación
no sean exactamente los que deseaba, puede cambiarlos
posteriormente utilizando las funciones de edición de división
y combinación(para obtener más información, consulte las
páginas 53–55).
Opnameopties
Hoewel opnames met dit apparaat grotendeels automatisch
kunnen verlopen, is het ook mogelijk om een aantal
instellingen manueel te regelen indien u daar de voorkeur
aan geeft. Voor elke opnamemethode, met inbegrip van de
synchro-opname die wordt behandeld op pagina 23, kunt u:
• de automatische tracknummering in- of uitschakelen
• opnames maken in stereo, mono, of in een van de
long-play-standen
Wanneer u opnames maakt vanaf de interne CD-speler, kunt u
bepalen of de MD-speler moet opnemen vanaf de analoge of
de digitale ingang evenals het digitale opnameniveau
instellen. Deze instellingen worden behouden tot u ze
verandert, zelfs als u het systeem in stand-by schakelt.
Tracknummering
Als u opneemt vanaf CD of MD via de digitale ingang, worden
de tracknummers altijd automatisch samen met de
audiogegevens gekopieerd. Bij opnames vanaf andere digitale
of analoge bronnen, werkt Auto Mark (tracknummering)
door het opsporen van lege ruimtes (stilte) in het
bronmateriaal. Hoewel dit meestal goed werkt en handig is,
kan het zijn dat u in sommige gevallen toch liever volledige
controle heeft over de tracknummering tijdens het opnemen.
Van zodra de opname gestart is (met Auto Mark aan of uit),
kunt u een nieuw tracknummer toekennen door op
¶ te
drukken op het voorpaneel.
Tip
Wanneer de tracknummers op de opname achteraf niet echt
aan uw verwachtingen voldoen, kunt u ze later nog
veranderen via de opsplits- en samenvoegfuncties—zie
pagina’s 53-55 voor meer bijzonderheden.