Verklarende woordenlijst – Panasonic SCRT70 Manual del usuario

Página 154

Advertising
background image

50

RQT8674

Verklarende woordenlijst

Beeldjes en velden
Beeldjes (Frames) zijn de afzonderlijke beelden die het
videomateriaal vormen dat u ziet op uw TV-toestel. Ieder beeldje
bestaat uit twee velden.

pEen beeldje laat nog steeds twee velden zien, waardoor het beeld wat

vager kan worden, maar de beeldkwaliteit is over het algemeen beter.

pEen veld toont minder beeldinformatie en kan dus grover zijn, maar

het beeld is niet vaag.

Componentvideo-uitgang
Het componentsignaal verzendt de kleurverschilsignalen (P

B

/P

R

) en

het helderheidssignaal (Y) gescheiden zodat een zeer betrouwbare
weergave van de kleuren wordt bereikt. Wanneer het TV-toestel
geschikt is voor Progressive Output, krijgt u beeld van een zeer
goede kwaliteit, omdat de componentvideo-uitgang van uw DVD-
recorder een Progressive Output-signaal uitstuurt.

CPRM (Content Protection for Recordable Media)
CPRM is technologie die wordt gebruikt om uitzendingen te
beveiligen zodat zij slechts eenmaal kunnen worden opgenomen.
Dergelijke uitzendingen kunnen alleen worden opgenomen met
recorders en schijfjes die geschikt zijn voor CPRM.

Definitieve bewerking geven (Finalize)
Een proces dat maakt dat materiaal dat is opgenomen op een
schijfje van het type CD-R, CD-RW, DVD-R, enz. kan worden
afgespeeld op apparatuur die geschikt is voor dergelijke media. U
kunt schijfjes van het type DVD-R, DVD-R DL, DVD-RW (DVD-
Video-indeling), +R, +R DL op uw DVD-recorder een definitieve
bewerking geven.
Het schijfje kan na de definitieve bewerking alleen worden
afgespeeld en u kunt er niet langer op opnemen of de inhoud ervan
bewerken. Een schijfje van het type DVD-RW dat de definitieve
bewerking heeft ondergaan, kunt u echter wel opnieuw formatteren
zodat u er weer op kunt opnemen.
DivX
Een indeling (format) voor video-compressie ontwikkeld door
DivXNetworks, Inc. die videobestanden comprimeert zonder
noemenswaardig verlies van video kwaliteit.
Dolby Digital
Dit is een methode voor het coderen van digitale signalen die is
ontwikkeld door Dolby Laboratories. Deze signalen zijn stereo (2-
kanaals), maar zij kunnen ook meerkanaals audio zijn. Met deze
methode kan een grote hoeveelheid audio-informatie worden
opgeslagen op één schijfje.

Down-mixing
Dit is het proces van het opnieuw mixen van meerkanaals audio die op
sommige schijfjes wordt aangetroffen, tot een signaal voor twee kanalen.
Als fabrikanten van meerkanaals DVD-Audio niet willen dat u de
inhoud van een DVD-audio-schijfje of een deel ervan down-mixt,
kunnen zij dat verhinderen.
Deze recorder kan deze typen schijfjes niet down-mixen. (Wanneer het
schijfje automatisch wordt gedown-mixt, wordt het audiosignaal niet
goed uitgestuurd wanneer u een hoofdtelefoon gebruikt, enz. Het
audiosignaal wordt alleen uitgestuurd van de voorste twee kanalen, etc.)

DTS (Digital Theater Systems)
Dit surround-systeem wordt gebruikt in veel bioscopen. Er is een
goede scheiding tussen de kanalen waardoor realistische
geluidseffecten mogelijk zijn.

Dynamisch bereik
Dynamisch bereik is het verschil tussen het laagste geluidsniveau
dat hoorbaar is boven de ruis van de apparatuur uit, en het hoogste
geluidsniveau voordat vervorming optreedt. Compressie van het
dynamisch bereik betekent dat de ruimte tussen de luidste en minst
luide klanken wordt verkleind. Dit betekent dat u kunt luisteren bij
geringe geluidsvolumes maar toch dialogen duidelijk kunt verstaan.

Film en video
DVD-Video’s worden vastgelegd met behulp van film of van video.
Uw DVD-recorder kan bepalen welk type is gebruikt, en gebruikt
vervolgens de meest geschikte methode van Progressive Output.
Film:
Opgenomen bij 25 beeldjes per seconde (PAL-schijfjes) of 24
beeldjes per seconde (NTSC-schijfjes). (NTSC-schijfjes worden ook
opgenomen bij 30 beeldjes per seconde.) Over het algemeen
geschikt voor bioscoopfilms.
Video:
Opgenomen bij 25 beeldjes/ 50 velden per seconde (PAL-schijfjes)
of 30 beeldjes/ 60 velden per seconde (NTSC-schijfjes). Over het
algemeen geschikt voor TV-drama of animatiefilms.

Formatteren
Formatteren is het proces waarbij media zoals DVD-RAM geschikt
worden gemaakt voor opnamen op opnameapparatuur.
U kunt op uw DVD-recorder schijfjes van het type DVD-RAM, DVD-
RW (alleen in DVD-Video-indeling), +R, +R DL of +RW formatteren.
Wanneer u een nieuw schijfje van het type DVD-RW, +R, +R DL of
+RW wilt gebruiken, moet u het eerst formatteren.
Bij het formatteren wordt de gehele inhoud van het schijfje
onherroepelijk gewist.

Indexaanduiding
Dit verwijst naar een miniatuurweergave van een afbeelding die
wordt gebruikt om meerdere afbeeldingen in de vorm van een lijst te
tonen.

JPEG (Joint Photographic Experts Group)
Dit is een systeem dat wordt gebruikt voor het comprimeren/
decoderen van kleurenfoto’s. Als u JPEG kiest als opslagsysteem op
digitale camera’s, enz., worden de gegevens tot wel 1/10–1/100 van
de oorspronkelijke omvang gecomprimeerd. Een belangrijke
eigenschap van JPEG is, de mate van compressie in aanmerking
genomen, de geringere achteruitgang van de beeldkwaliteit.

MP3 (MPEG Audio Layer 3)
Een compressiemethode voor audio die het audiomateriaal
comprimeert tot ongeveer 1/10 van de omvang zonder
noemenswaardig verlies van geluidskwaliteit. U kunt MP3-materiaal
afspelen dat u hebt opgenomen op DVD-R, CD-R en CD-RW.

Pan&Scan/Letterbox
Over het algemeen wordt DVD-Video geproduceerd met de
bedoeling dat het materiaal wordt bekeken op een
breedbeeldtelevisie (beeldverhouding 16:9), maar dat betekent dat
het niet op gewone TV-toestellen past (beeldverhouding 4:3). Twee
afbeeldingsstijlen, “Pan & Scan” en “Letterbox”, bieden een
oplossing voor dit probleem.

Pan & Scan: De zijkanten worden afgesneden

zodat het beeld het scherm vult.

Letterbox: Er verschijnen zwarte banden aan de

bovenzijde en onderzijde van het
beeld zodat het beeld zelf op het
scherm verschijnt in een
beeldverhouding van 16:9.

Playback control (PBC)
Als een Video CD is voorzien van Playback Control kunt u met
behulp van menu’s scenes en informatie selecteren.
(Uw DVD-recorder is geschikt voor 2.0 en 1.1.)

Progressive/Interlace
De PAL-standaard voor videosignalen heeft 625 (of 576) interlaced
(i) scan-lijnen, terwijl Progressive scanning, dat 625p (of 576p) wordt
genoemd, twee keer dat aantal scan-lijnen gebruikt. Voor de NTSC-
standaard worden zij respectievelijk 525i (of 480i) en 525p (480p)
genoemd.
Met Progressive Output kunt u genieten van videomateriaal van een
hoge resolutie dat is vastgelegd op media als DVD-Video.
Moet TV-toestel moet wel geschikt zijn voor Progressive Video.
TV-toestellen van Panasonic met ingangen voor 625 (576)/50i 50p,
525 (480)/60i 60p zijn geschikt voor Progressive Scan.

RGB
Dit verwijst naar de drie primaire kleuren van het licht, rood (R),
groen (G) en blauw (B) en ook naar de methode voor het
produceren van videobeelden die deze kleuren gebruikt. Door het
videosignaal ten behoeve van de verzending in drie kleuren te
verdelen, wordt ruis onderdrukt en dat levert beelden op van nog
hogere kwaliteit.

Sampling-frequentie
Sampling is het proces van het converteren in cijfers van de hoogten
van monsters van geluidsgolven (analoog signaal) die op gezette
tijden worden genomen (digitale codering). De sampling-frequentie
is het aantal monsters dat per seconde wordt genomen, dus grotere
getallen betekenen een meer getrouwe weergave van het
oorspronkelijke geluid.

Schrijf/wis-beveiliging
Als u wilt voorkomen dat u per ongeluk opnamen wist, kunt een
schrijf/wis-beveiliging instellen.

TIFF (Tag Image File Format)
Dit is een systeem dat wordt gebruikt voor het comprimeren/
decoderen van kleurenfoto’s. Een veelgebruikte format voor het
opslaan van hoogwaardige afbeeldingen op digitale camera’s en
andere toestellen.

u

r

Beeldje

Veld

Veld

154

Advertising