Elmo Rietschle F-REL Manual del usuario
Página 12

/ PM7
RER / REL
260 20
260 50
320 10
320 20
320 30
320 40
320 50
350 20
350 30
350 50
400 10
dB(A)
50 Hz
72
78
74
76
78
78
82
78
80
84
77
60 Hz
73
79
75
77
79
79
83
79
81
86
78
dB(A)
50 Hz
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
60 Hz
-
-
-
-
-
-
-
-
-
96
-
kg
3 ~
15
22
22
22
23
30
33
30
30
36
36
1 ~
18
-
20
21
-
-
-
35
-
-
-
mm
292
324
292
306
325
344
394
323
342
407
323
mm
352
373
413
421
438
438
451
467
467
486
511
mm
409
450
476
480
517
517
523
533
533
587
603
RER / REL
400 20
400 50
440 20
440 50
440 60
470 20
530 20
530 50
620 07
620 10
620 50
dB(A)
50 Hz
80
87
82
87
88
84
84
88
85
89
90
60 Hz
81
89
83
89
90
85
86
90
87
90
92
dB(A)
50 Hz
-
96
-
97
99
-
-
99
-
98
101
60 Hz
-
98
-
99
101
-
97
101
97
99
103
kg
38
57
43
65
72
47
62
72
70
75
115
mm
392
478
392
505
505
394
460
504
389
448
582
mm
530
566
607
631
631
607
671
691
756
769
817
mm
610
672
686
720
720
686
765
775
830
862
960
Storingen en oplossingen
1.
De ventilator wordt door de motorbeveiligingsschakelaar uitgeschakeld:
1.1 Netspanning/frequentie komt niet overeen met die van de elektromotor.
1.2 De aansluiting van de kabels is niet juist.
1.3 De motorbeveiligingsschakelaar in niet goed ingesteld.
1.4 De motorbeveiligingsschakelaar schakelt te snel uit.
Oplossing: het toepassen van een motorbeveiligingsschakelaar met een belastingsafhankelijke afschakelvertraging, die de kortstondige
overbelasting tijdens het starten overbrugt. (uitvoering met kortsluit- of overbelastingsafschakeling volgens VDE 0660 deel 2 resp. IEC 947-4).
1.5 De ventilator zuigt vrij aan (systeem is niet aangesloten).
1.6 Het motorvermogen is te klein gekozen.
Oplossing: indien leverbaar, een ventilator inzetten met een grotere motor. (het vervangen van alleen de elektromotor is niet mogelijk).
2.
De capaciteit is te gering:
2.1 De ventilator of het motorvermogen is te klein gekozen.
2.2 De zuigleiding is te lang of heeft een te kleine diameter.
2.3 Lekkage in het systeem of aan de zuigzijde van de pomp.
3.
De ventilator wordt te heet:
3.1 De omgevingstemperatuur is te hoog.
3.2 De ventilator zuigt te weinig lucht aan.
Oplossing: de doorlaat vergroten.
3.3 De koelluchtstroom wordt gehinderd.
4.
De geluid van de uitgeblazen lucht (ventilator voor onderdruk) of de aangezogen lucht (ventilator voor overdruk) stoort:
Oplossing: montage van een geluiddemper ZSD (toebehoor).
Opmerkingen:
Reparatiewerkzaamheden: Bij reparatiewerkzaamheden ter plaatse dient de elektromotor door een erkende installateur van het net te worden
losgekoppeld, zodat een onverhoedse start voorkomen wordt. Voor het uitvoeren van reparatiewerkzaamheden adviseren wij u deze door de
leverancier te laten uitvoeren, in het bijzonder wanneer het om garantie-gevallen gaat. Na een reparatie resp. voor het weer in bedrijf nemen dient
men de onder „installatie“ en „in bedrijfname“ beschreven adviezen op te volgen.
Transport: Voor het verplaatsen en transporteren van de ventilatoren zijn deze, bij een groter motorvermogen als 3 kW, voorzien van een hijsoog
aan het pomphuis. het gewicht zie onderstaande tabel.
Opslag: De ventilator dient in een droge omgeving met een normale luchtvochtigheid te worden opgeslagen. Bij een relatieve vochtigheid van 80%
of hoger adviseren wij de pomp op te slaan in een afgesloten verpakking met een droogmiddel.
Afvoer: De slijtdelen (welke in de onderdelenlijst als zodanig weergegeven) vallen niet onder normaal afval en dienen volgens de geldende regels
te worden afgevoerd.
Onderdelenlijst:
E 750
➝ RER 260 20 - RER 620 50
E 751
➝ REL 260 20 - REL 620 50
Geluidsniveau (max.)
Hoogste geluiddruk
Gewicht (max.)
Lengte (max.)
Breedt
Hoogte
Geluidsniveau (max.)
Hoogste geluiddruk
Gewicht (max.)
Lengte (max.)
Breedt
Hoogte
10.08