Nederlands, Cevf, Bedieningsvoorschrift – Elmo Rietschle F-CEVF (31),(41),(43) Manual del usuario

Página 5: Trim afzuigers

Advertising
background image

CEVF 3718-3
(31), (41), (43)

CEVF

N

G

2

e

2

x

2

A

h

2

B

B

y

2

Gardner Denver
Schopfheim GmbH

Postfach 1260

79642 SCHOPFHEIM
GERMANY

Fon +49 7622 / 392 -0

Fax +49 7622 / 392 -300

e-mail: er.de@
gardnerdenver.com

www.gd-elmorietschle.com

Bedieningsvoorschrift

Trim afzuigers

Uitvoeringen
Dit bedieningsvoorschrift is geldig voor de volgende trim afzui-
gers: CEVF 3718-3 (31), (41), (43). De varianten (41) en (43) zijn
met een aansluitstekker en snoer uitgerust de variant (31) heeft
alleen een snoer.
De gegevens staan op het typeplaatje (N). De maatschets D 716
geeft de zuigcurven weer.

Beschrijving
De genoemde typen zijn meertraps radiaalventilatoren met een hoog
filterhuis en opvangvat, welke voorzien is van een of meerdere
aanzuigopeningen. De aandrijving en de ventilator vormen een
eenheid. Tussen het lager en de ventilatorruimte is een keerring
gemonteerd. De loopwielen zijn vliegend gelagerd en zijn op de
verlengde, verticale motoras gemonteerd.
Toebehoren: motorbeveiligingsschakelaar (ZMS).

Toepassing

De machines zijn geschikt voor industriële toepassing,
d.w.z. dat de beveiligingen conform EN DIN 294 zijn vol-

gens tabel 4 voor personen boven de 14 jaar.
De typen CEVF 3718-3 (31), (41), (43) zijn geschikt voor het afzuigen
van papier of folie in de vorm van stroken of snippers. Vloeistoffen,
metaaldelen of poeders mogen niet aangezogen worden.

De omgevingstemperatuur dient tussen de 5 en 40° C te
liggen. Bij temperaturen buiten deze waarden verzoeken

wij u om overleg met ons te plegen.
De temperatuur van de aangezogen lucht mag de 50° C niet overschrijden.
Er mogen geen gevaarlijke stoffen (b.v. brandbare of explosieve gassen of dampen), waterdamp of agressieve
gassen aangezogen worden.
Gebruik met volledig afgesloten zuigopening of zonder aangesloten systeem is slechts kortstondig toegestaan.
De standaard uitvoering mag niet in ruimten gebruikt worden die explosie gevaarlijk zijn.

Bij toepassingen, waarbij ongeoorloofd uitzetten of een storing van de ventilator tot gevaar van personen
of inrichtingen kan leiden dienen overeenkomstige beveiligingsmaatregelen van het systeem te worden

genomen.

Bediening en opstelling (figuur

ᕡ en ᕢ)

Bij de opstelling van de ventilator dient men erop te letten dat er aan de bovenzijde een ruimte van 0,8 m wordt
vrijgehouden om het filter (f2) te wisselen. De uitgeblazen lucht (B) dient vrij uit te kunnen stromen.

Een storingvrij gebruik is gewaarborgd als de ventilator op de daarvoor geschikt wielen staat.
Bij een opstelling hoger als 1000 m boven zeeniveau loopt de capaciteti terug. In dat geval vragen wij u

contact met ons op te nemen.

Installatie (figuur

ᕡ)

Bij opstelling en gebruik moeten de voorschriften van de arbeidsinspectie aangehouden worden.

1. Aanzuig-aansluiting bij (A).
2. De elektrische motorgegevens zijn op het typeplaatje (N) respectievelijk het motorplaatje aangegeven. De motoren

voldoen aan DIN/VDE 0530 en zijn in beschermklasse IP54 en isolatieklasse F uitgevoerd. De motorgegevens dienen
met het aanwezige elektriciteitsnet (spanning, frequentie, spanningsoort, toelaatbare stroomsterkte)te worden
vergeleken.

3. De motor middels een stekker (G

2

) en snoer aansluiten, of door middel van een kabel aansluiten (voor de beveiliging

dient men een motorbeveiligingsschakelaar te gebruiken en voor de trekontlasting van de kabel een wartel).
Wij adviseren een motorbeveiligingsschakelaar welke de ventilator vertraagd uitschakeld afhaneklijk van een
eventuele overbelasting. Er kan een kortstondige overbelasting optreden tijdens het aanlopen.

De elektrische installatie mag alleen door een erkende installateur met in achtname van NEN 60204
elektrisch aangesloten worden. De gebruiker dient voor een werkschakelaar te zorgen.

Inbedrijfname (figuur

ᕡ en ᕢ)

Motor (m) controleren op de draairichting (zie draairichtingspeil (O)) door kort starten. Men dient tijdens dit kort starten
het filterdeksel (h

2

) te verwijderen zodat men de draairichting van het loopwielen kan zien bij de intredeopeningen.

Hiertoe de klemmen (y

2

) losmaken en het filterdeksel (e

2

), met het filterhuis (h

2

) en de filterkorf (f

2

) afnemen.

Tijdens bedrijf dient het filterdeksel (e

2

) goed gesloten zijn.

BN 716

1.7.97

Advertising